65 is maar een getal, niet meer en niet minder

65 is maar een getal, niet meer en niet minder

Sinds twee jaar werkt Andreas Ladestein (73) als installateur. Iets waar hij pas op zijn 70ste een opleiding voor volgde. Hij doet nog steeds zo’n 25 opdrachten per week.

Het is niets voor hem, maar Andreas mag deze week niet werken omdat hij door een klein bedrijfsongeval een hersenschudding heeft. Terwijl hij een aantal dagen thuiszit, vertelt hij hoe fijn hij het toch vindt dat hij nog werkt na zijn pensioen. “Ik heb een half jaar na mijn pensioen niets gedaan. Dat was een ramp. Een regelrechte ramp. Achter de geraniums zitten is niet goed voor mij. Ik moet iets om handen hebben.”

“Ik ben niet vies van werken”, begint Andreas te vertellen terwijl hij in een pannetje water kookt voor een kop thee. In vogelvlucht somt hij op welke banen hij heeft gehad voordat hij twee jaar geleden als installateur begon. Van zijn eerste vakantiebaantje waarbij hij tomaten castreerde en bevruchtte tot zijn werk bij een filmstudio in Den Haag, zijn stages bij een bank en een metaalwarenfabriek in Duitsland, een functie als administrateur bij een brandpreventiebedrijf en later functies bij V&D en Heidemij/ARCADIS. “Na mijn pensioen heb ik ook echt niet stil gezeten”, zegt de 73-jarige, “ik heb een heleboel verschillende dingen gedaan. Zo heb ik voor een sportveldberegeningsbedrijf gewerkt, de debiteurenbewaking gedaan bij een horecagroothandel en een poos een eigen kantoor gehad met mijn bedrijfje. Ik heb namelijk een heel mooi gezegde: 65 is maar een getal, niet meer en niet minder. Voor mij is dat dus geen tijdstip om te bepalen of je moet stoppen met werken of niet. Juist niet, sindsdien zit ik eigenlijk in de fase dat ik met de zekerheid dat er elke maand geld is, uitdagingen aan kan nemen die ik voorheen niet kon aannemen. Natuurlijk speelt geld nog wel een rol, want je wilt niet voor niets werken, maar ik werk niet meer puur voor het geld. Met het geld dat ik verdien kan ik leuke extra dingen doen naast mijn pensioen. Die financiële zekerheid geeft innerlijke en lichamelijke rust, omdat het heilige moeten er vanaf is. Met 65 breekt er juist een nieuw tijdperk aan.”

“Er wordt positief gereageerd op een wat oudere monteur, zoals ik”

“Als iets op mijn weg komt dan wil ik het graag doen”, vervolgt Andreas. Wellicht dus niet verwonderlijk dat toen hij – nu ruim twee jaar geleden – gebeld werd met de vraag of hij hij als onderaannemer technische installaties wilde uitvoeren, zijn interesse was gewekt. “Ik ben helemaal niet zo dat ik ergens op in ga tijdens een telefoongesprek, maar het was een mooi verhaal dus ik zei: “praten kan altijd”.” Het bedrijf dat de destijds 70-jarige Andreas belde was Guidion, een onderneming die in samenwerking met ZZP’ers en kleine BV’s mensen helpt bij de installatie van onder andere slimme thermostaten, internetkastjes en zonnepanelen in en rondom het huis. Ondanks zijn uiteenlopende banen was het installeren van een thermostaat of het maken van een stopcontact nieuw voor Andreas. Honderdtachtig procent anders dan voorheen, volgens eigen zeggen. Maar hij besluit een opleiding te volgen en het avontuur aan te gaan. “Ik hou van uitdagingen.”

Het is vooral de formule die hem overtuigt, memoreert Andreas. “Het mooie van de formule van Guidion is dat je zelf bepaalt wanneer, waar en hoe je werkt. Die “hoe” vind ik het belangrijkste. Want ik vind een goede kwaliteit van het werk en een uitgebreide uitleg van hoe de slimme thermostaat werkt heel belangrijk. Daar wil ik de rust voor hebben. Ik wil klanten het gevoel geven dat ze belangrijk zijn en probeer ook uit te dragen dat ik met plezier uitleg geef. Dat kost geen dubbeltje extra, maar zorgt er wel voor dat mensen je uitzwaaien als je weg gaat. Ik krijg veel complimenten voor die uitleg, mijn rust en het plezier dat ik tijdens het werk uitstraal. Het komt vaak voor dat ik bij iemand de slimme thermostaat kom installeren en dat er dan een kennis of familielid van de bewoner aanwezig is”, vervolgt Andreas, “veel mensen kiezen namelijk voor de Toon op basis van mond-op-mond reclame. Wat ik dan vaak hoor is: “bij mij hebben ze ook een Toon geplaatst maar de uitleg die jij geeft zat daar niet bij”. Mensen zeggen ook weleens dat ze het gevoel hebben dat zo’n jonge monteur als een razende Roeland door huis gaat en dan snel weer weg is. Er wordt daarom dus heel positief gereageerd op de wat oudere monteur, zoals ik.”

“Mensen schatten mij altijd rond de zestig”

“Dat zeggen mensen gewoon”, vertelt Andreas. “dan zeggen ze bijvoorbeeld: “ik ben wel blij dat ik een wat oudere monteur tref”. Mensen schatten mij dan altijd rond de zestig”, vertelt de 73-jarige lachend. “Dat is niet maar één keer gebeurd, maar zo vaak dat het niet op twee handen te tellen is. Daarna vertel ik ze vaak hoe oud ik ben. Ze vinden dat knap en respectabel. Het gebeurt ook dat ze het vergelijken met de eigen familie. Dan zeggen ze: “mijn vader kan ook niet stilzitten, die doet dit en dat, zus en zo”. Ik vind die reacties leuk.” Maar het blijft niet alleen bij positieve reacties als Andreas klanten bezoekt: ook uit de evaluaties die klanten na zijn bezoek invullen komt het beeld naar voren dat mensen enthousiast zijn over de wat oudere monteur. Hoewel Andreas bij Guidion heeft aangegeven de resultaten van de evaluaties niet te willen inzien, wordt hij soms wel gebeld naar aanleiding van een hele bijzondere reactie. Daarbij is hij er toevallig achter gekomen dat hij volgens de evaluaties één van hun beste monteurs is. “Maar daar gaat het mij niet om”, reageert Andreas, “ik wil gewoon mijn werk goed doen en ik wil dat mensen blij zijn.”

Maar niet alleen zijn klanten zijn positief verbaasd over zijn werklust. Ook de belastinginspecteur had moeite om te geloven dat de zeventiger nog zoveel werkt en soms meer dan honderd installaties per maand uitvoert. “Ik kan mij dat gesprek met de belasting nog herinneren. Die man zei tijdens de btw-controle: “maar meneer Ladestein, dat kunt u toch niet allemaal doen?”. Die kon niet geloven dat ik al dat werk kon doen met nog zoveel andere zaken erbij. Dat was volgens hem niet mogelijk. Toen heb ik hem gewoon mijn mail en agenda laten zien. Daarin stonden alle tijden waarop ik een mail had gestuurd en ontvangen. Toen geloofde hij het wel. Een dag heeft 24 uur en ik ben zeker geen negen tot vijf mens. Ik ben heel klant- en servicegericht. Dus ik sta eigenlijk altijd voor mensen klaar.”

“Een maand op de camping? Mensenlief, wat moet ik dan doen?”

Toch ging Andreas niet meteen na zijn pensionering zo hard aan de slag. “Ik heb ook een half jaar na mijn pensioen gewoon niets gedaan. Laat opstaan, krantje lezen, tafel dekken, afwassen, een keertje ergens naartoe gaan. Nou dat was een ramp. Een regelrechte ramp. Dat is echt achter de geraniums zitten en dat is niet goed voor mij. Ik moet iets om handen hebben. Andere gepensioneerden gaan overal naartoe op vakantie. Maar ik zie mijzelf al een maand op een camping zitten. Mensenlief, wat moet ik dan doen? Bij iedereen op de koffie? Ik ga dan, zeker weten, helpen tentjes opzetten.”

“Sommige mensen zien niet waarom het noodzakelijk is dat ik nog zoveel werk”, vervolgt Andreas, “maar ik haal er heel veel plezier en vreugde uit. Ik werk nu vijf dagen in de week en daar word ik niet minder van. Je moet inderdaad om zeven uur opstaan, maar daar is niets verkeerds aan. En je moet ook op tijd naar bed, maar ook daar is niets verkeerds aan. Sterker nog ik voel mij veel lekkerder sinds ik weer echt fysiek aan het werk ben gegaan. Ik voel mij lekkerder in mijn vel zitten, de kracht komt weer terug in mijn armen en mijn hersenen worden er ook veel beter van. Ik denk dat het over het algemeen niet goed voor de mens is om niets te doen. Je hersenen moeten prikkels hebben. Zelfs als je niet zo gezond bent, is het goed om te kijken naar wat je nog wel kan. En je minder te focussen op wat je niet kan. Mensen die niets doen na het pensioen gaan eerder dood. Die krijgen allemaal ziektes en kwaaltjes. Ik zie het bij mijn oud collega’s die dat hebben gedaan. Die zijn inmiddels bijna allemaal dood. Ze hebben drie of vier jaar genoten van hun pensioen en zijn daarna als een blad aan een boom omgevallen. Ik ben nu elf jaar met pensioen en nog zo fit als een hoentje, hoe komt dat?”

“Ik heb mensen gesproken die 81 zijn en nog werken, waarom niet?”

“Ik doe niets anders dan voordat ik met pensioen was”, antwoordt Andreas zelf, “mijn leefpatroon is niet veranderd. En ik denk ook niet dat het goed is om dat te doen. Op het moment dat je aan je biologische klok gaat sleutelen ben je volgens mij verkeerd bezig. Dus als je je hele leven hard hebt gewerkt, dan moet je niet plotseling stoppen met werken ook al ben je die symbolische lijn van de pensionering gepasseerd. Je kan namelijk niet alles compenseren met bijvoorbeeld vrijwilligerswerk en hobby’s. Het gaat na een poos vervelen als je elke dag je tuin gaat doen en daarbij heb je op een gegeven moment al het onkruid er wel uit gehaald.” Dat is echter niet de enige motivatie van Andreas om te blijven werken: “als je gepensioneerd wordt, dan gooi je een vermogen aan kennis en kunde weg. Het is pure kapitaalvernietiging die ik maatschappelijk eigenlijk onverantwoord vind. Daarmee wil ik niet zeggen dat een bouwvakker, stratenmaker of verpleegkundige ook nog na zijn pensioen moet blijven werken. Die mogen wat mij betreft zelfs tien jaar eerder met pensioen, zodat ze niet opgebrand aan hun pensioen beginnen, maar ik zie 65 jaar meer als een peildatum en niet als een eindjaar. Het is een moment om te kijken wat je wil. Ik heb mensen gesproken die 81 zijn en nog werken, waarom niet? Ik kan het.”

“Ik had wel verwacht dat ik actief zou blijven op alle fronten”, beaamt Andreas. “Maar dat dit het zou worden dat had ik niet verwacht. Dit is op mijn weg gekomen. En als ik ergens voor ga, dan ga ik er echt voor. Dus als ik dit fysiek vol kan blijven houden dan blijf ik voorlopig opdrachten voor Guidion uitvoeren.” Terwijl naast hem de kersverse fruitmand staat om hem beterschap te wensen, zegt hij: “maandag trek in ieder geval mijn kloffie aan en ga ik weer lekker aan de gang”.